Terug
Gepubliceerd op 06/07/2022

2022_DEP_00208 - Aanpassen van artikel 279 § 1 van de rechtspositieregeling met ingang van 1 juli 2022 waarbij bij het maken van een dienstreis de werkelijk verreden kilometers in rekening mogen gebracht worden, ongeacht of de dienstreis aanvat/eindigt vanaf de woonplaats of vanaf de standplaats - Besluit

Deputatie
do 23/06/2022 - 09:30 deputatiezaal
Goedgekeurd
Dit besluit handelt over een Rechtspositieregeling (RPR).

Samenstelling

Aanwezig

Jos Lantmeeters, gouverneur-voorzitter; Inge Moors; Bert Lambrechts; Igor Philtjens; Tom Vandeput; Wim Schoepen, provinciegriffier

Secretaris

Wim Schoepen, provinciegriffier

Voorzitter

Jos Lantmeeters, gouverneur-voorzitter
2022_DEP_00208 - Aanpassen van artikel 279 § 1 van de rechtspositieregeling met ingang van 1 juli 2022 waarbij bij het maken van een dienstreis de werkelijk verreden kilometers in rekening mogen gebracht worden, ongeacht of de dienstreis aanvat/eindigt vanaf de woonplaats of vanaf de standplaats - Besluit 2022_DEP_00208 - Aanpassen van artikel 279 § 1 van de rechtspositieregeling met ingang van 1 juli 2022 waarbij bij het maken van een dienstreis de werkelijk verreden kilometers in rekening mogen gebracht worden, ongeacht of de dienstreis aanvat/eindigt vanaf de woonplaats of vanaf de standplaats - Besluit

Motivering

Argumentatie

Gelet op de rechtspositieregeling van het provinciepersoneel zoals vastgesteld door de provincieraad op 2 december 2008 en de latere wijzigingen;

 

Gelet inzonderheid op Hoofdstuk V. De vergoeding voor reiskosten;

 

Overwegende dat onder dit hoofdstuk in artikel 279 §1 is opgenomen dat voor de berekening van de vergoeding als grondslag wordt genomen de werkelijke afstand in kilometers volgens de gevolgde wegen waarbij de personeelsleden die niet wonen ter standplaats van hun functie en die een dienstreis ondernemen met hun woonplaats als vertrek- of eindpunt geen hogere vergoeding bekomen dan die welke hun verschuldigd zou zijn indien de reizen van of naar hun standplaats waren geschied;

 

Gelet op het advies dat het Agentschap Binnenlands Bestuur;

 

Overwegende dat in dit advies is opgenomen dat een personeelslid zich normaal gezien eerst op de standplaats moet aandienen (woon-werkverkeer) en zich vervolgens met een dienstreis moet begeven naar de plaats van tewerkstelling (vergoeding reiskosten); dat evenwel, om het de personeelsleden gemakkelijker te maken en hun niet te verplichten om eerst naar de standplaats te moeten rijden, de besturen kunnen kiezen voor een praktische oplossing en de personeelsleden onmiddellijk naar de plaats van tewerkstelling kunnen sturen; dat, wanneer een personeelslid zich dan rechtstreeks van thuis uit naar de plaats van de opdracht verplaatst, dit een dienstverplaatsing is waarvoor de vergoeding voor reiskosten geldt;

 

Overwegende dat het aangewezen is om te kiezen voor de meest praktische werkwijze wanneer personeelsleden dienstverplaatsingen moeten maken;

 

Gelet op de onderhandelingen die gevoerd werden binnen de schoot van het Bijzonder Comité op 3 juni 2022;

 

Besluit

De deputatie beslist:

Artikel 1

Artikel 279 §1 van de rechtspositieregeling wordt geschrapt en vervangen door de volgende tekst:
“Voor de berekening van de vergoeding wordt als grondslag genomen de werkelijke afstand in kilometers. De personeelsleden die niet vertrekken vanuit hun effectieve standplaats, en die een dienstreis maken met hun woonplaats als vertrek- of eindpunt, krijgen een vergoeding die overeenstemt met de werkelijke afstand van hun verplaatsing.”