Gelet op de rechtpositieregeling van het provinciepersoneel zoals vastgesteld door de provincieraad op 2 december 2008 en de latere wijzigingen;
Gelet inzonderheid op Hoofdstuk IX. Het omstandigheidsverlof;
Gelet op de wet van 27 juni 2021 tot uitbreiding van het rouwverlof bij het overlijden van een partner of een kind en tot het flexibiliseren van de opname van het rouwverlof;
Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 28 januari 2022 tot wijziging van artikel 135 en 209 van het besluit van de Vlaamse Regering van 7 december 2007 houdende de minimale voorwaarden voor de personeelsformatie, de rechtspositieregeling en het mandaatstelsel van het gemeentepersoneel en het provinciepersoneel en houdende enkele bepalingen betreffende de rechtspositie van de secretaris en de ontvanger van de openbare centra voor maatschappelijk welzijn en artikel 98 van het besluit van de Vlaamse Regering van 12 november 2010 houdende de minimale voorwaarden voor de personeelsformatie en het mandaatstelsel van het personeel van de openbare centra voor maatschappelijk welzijn en houdende de minimale voorwaarden voor sommige aspecten van de rechtspositieregeling van bepaalde personeelsgroepen van de openbare centra;
Overwegende dat, gelet op bovenstaande wet en het besluit van de Vlaamse Regering, artikel 322 en volgende van de rechtspositieregeling moeten aangepast worden;
Gelet op de onderhandelingen die binnen de schoot van het Bijzonder Comité gevoerd werden;
Gelet op het protocol van akkoord dat werd ondertekend door de ACOD- en de ACV-OD-afvaardiging;
Hoofdstuk IX. Het omstandigheidsverlof wordt vervangen door onderstaande tekst:
Hoofdstuk IX. Het omstandigheidsverlof
Artikel 322. Het personeelslid krijgt omstandigheidsverlof naar aanleiding van de volgende gebeurtenissen:
1 | huwelijk van het personeelslid of het afleggen van een verklaring van wettelijke samenwoning door het personeelslid, vermeld in artikel 1475 tot en met 1479 van het Burgerlijk Wetboek, met uitzondering van het afleggen van een verklaring van samenwoning van bloed- of aanverwanten | 4 werkdagen |
2 | huwelijk van een kind van het personeelslid, van de samenwonende of huwelijkspartner | 2 werkdagen |
3 | huwelijk van een bloed- of aanverwant: | de dag van het huwelijk |
4 | overlijden van de samenwonende of huwelijkspartner of het kind van het personeelslid of van de samenwonende of huwelijkspartner | 10 werkdagen |
5 | overlijden van een bloed- of aanverwant in de eerste graad van het personeelslid, of van de samenwonende of huwelijkspartner, andere dan het kind | 4 werkdagen |
6 | overlijden van een bloed- of aanverwant van het personeelslid of de samenwonende partner in om het even welke graad die onder hetzelfde dag woont als het personeelslid of de samenwonende partner | 2 werkdagen |
7 | overlijden van een bloed- of aanverwant van het personeelslid of de samenwonende partner in de tweede graad, een overgrootouder of een achterkleinkind, niet onder hetzelfde dak wonend als het personeelslid of de samenwonende partner | 1 werkdag |
8 | overlijden van een pleegkind in het kader van langdurige pleegzorg op het moment van het overlijden of in het verleden | 10 werkdagen |
9 | overlijden van een pleegkind in het kader van kortdurende pleegzorg op het moment van het overlijden | 1 werkdagen |
10 | overlijden van een pleegvader of pleegmoeder in het kader van langdurige pleegzorg op het moment van het overlijden | 4 werkdagen |
11 | bevalling van de echtgenote of samenwonende partner, of ter gelegenheid van de geboorte van een kind dat wettelijk afstamt van de werknemer: |
|
| voor een geboorte vanaf 1 januari 2021 | 15 werkdagen |
| voor een geboorte vanaf 1 januari 2023 | 20 werkdagen |
12 | priesterwijding of intrede in het klooster van een kind van de werknemer, van de samenwonende of huwelijkspartner, of van een broer, zuster, schoonbroer of schoonzuster van de werknemer: | de dag van de rooms-katholieke plechtigheid of een daarmee overeenstemmende plechtigheid bij een andere erkende eredienst |
13 | plechtige communie van een kind van de werknemer of van de samenwonende of huwelijkspartner | de dag van de plechtigheid of, als dat een zondag, feestdag of inactiviteitsdag is, de eerstvolgende werkdag |
14 | deelneming van een kind van de werknemer of van de samenwonende of huwelijkspartner aan het feest van de vrijzinnige jeugd | de dag van de plechtigheid of, als dat een zondag, feestdag of inactiviteitsdag is, de eerstvolgende werkdag |
15 | deelneming van een kind van de werknemer of van de samenwonende of huwelijkspartner aan een plechtigheid in het kader van een erkende eredienst die overeenstemt met de rooms-katholieke plechtige communie | de dag van de plechtigheid of, als dat een zondag, feestdag of inactiviteitsdag is, de eerstvolgende werkdag |
16 | gehoord worden door de vrederechter in het kader van de organisatie van de voogdij over een minderjarige | de nodige tijd; maximaal één dag |
| ||
17 | deelneming aan een assisenjury, oproeping als getuige voor de rechtbank of persoonlijke verschijning op aanmaning van de arbeidsrechtbank | de nodige tijd |
|
|
In het eerste lid wordt verstaan onder:
1° langdurige pleegzorg: de pleegzorg, vermeld in artikel 183/2, §1, eerste lid, waarbij het kind is ingeschreven als deel uitmakend van het gezin van het personeelslid in het bevolkingsregister of in het vreemdelingenregister van de gemeente waar het personeelslid zijn verblijfplaats heeft
2° kortdurende pleegzorg: alle vormen van pleegzorg die niet voldoen aan de voorwaarden van langdurige pleegzorg, vermeld in punt 1°.
Artikel 323. Het omstandigheidsverlof is een recht, maar het personeelslid is niet verplicht deze verloven geheel of gedeeltelijk op te nemen.
De volgende beloningsregeling geldt voor het omstandigheidsverlof voor een gebeurtenis als vermeld in het eerste lid, 2°:
1° als de geboorte vanaf 1 januari 2021 plaatsvindt, heeft het statutaire personeelslid gedurende de eerste tien dagen recht op een doorbetaling van het salaris en gedurende de vijf resterende dagen recht op een brutosalaris van 82%. Om het salaris te bepalen, wordt het brutosalaris op jaarbasis begrensd op 26.230 euro tegen 100%
2° als de geboorte vanaf 1 januari 2023 plaatsvindt, heeft het statutaire personeelslid gedurende de eerste tien dagen recht op een doorbetaling van het salaris en gedurende de tien resterende dagen recht op een brutosalaris van 82%. Om het salaris te bepalen, wordt het brutosalaris op jaarbasis begrensd op 26.230 euro tegen 100%.
Voor het contractuele personeelslid wordt het verlof ter gelegenheid van de geboorte van een kind waarvan de afstamming aan zijn zijde vaststaat, vermeld in 2°, toegekend volgens de regels van het arbeidsrecht, in het bijzonder volgens de regeling, vermeld in artikel 30, §2, van de wet van 3 juli 1978 op de arbeidsovereenkomsten.
Artikel 324. Wanneer het omstandigheidsverlof uit meerdere dagen bestaat kan het op verzoek van het personeelslid worden gesplitst in meerdere periodes.
In voorkomend geval moet het verlof opgenomen worden binnen de twee maanden na de gebeurtenis die er aanleiding toe heeft gegeven, met uitzondering van:
waarbij de eerste drie dagen moeten genomen worden na de dag van het overlijden; de (maximaal) zeven resterende dagen kunnen opgenomen worden tijdens het jaar dat volgt op het overlijden.
Dit besluit is in werking getreden: