Terug
Gepubliceerd op 19/12/2023

Notulen  Provincieraad

wo 13/12/2023 - 16:00 Raadzaal

Samenstelling

Aanwezig

Jessie De Weyer, voorzitter; Inge Moors, gedeputeerde; Bert Lambrechts, gedeputeerde; Igor Philtjens, gedeputeerde; Tom Vandeput, gedeputeerde; Carine Achten; Leo Joosten; Koen Ooms; Rita Keunen; Koen Albregts; Liesbeth Fransen; Liesbet Gabriels; Myrthe Hoffmeister; Liesbeth Maris; Raf Truyens; Luc Wouters; Erhan Yilmaz; Ismail Ayed; Huub Broers; Peter Deltour; Ann Leyssens; Jochen Schuermans; Frederick Vandeput; Marijke Bruninx; Philippe Nys; Tine Jans; Danny Deneuker; Yasin Kilic; Jean-Paul Peuskens; Maurice Webers; Jos Lantmeeters, gouverneur; Wim Schoepen, provinciegriffier

Verontschuldigd

Katrien Lambrechts

Secretaris

Wim Schoepen, provinciegriffier

Voorzitter

Jessie De Weyer, voorzitter

Agendapunten

1.

2023_PR_00118 - Verslag vorige vergadering - goedkeuring

Goedgekeurd
1.

2023_PR_00118 - Verslag vorige vergadering - goedkeuring

2023_PR_00118 - Verslag vorige vergadering - goedkeuring
2.

2023_PR_00107 - Algemene provinciebelasting gezinnen - 2024 – vaststelling - Besluit

Goedgekeurd

Samenstelling

Aanwezig
Jessie De Weyer, voorzitter; Inge Moors, gedeputeerde; Bert Lambrechts, gedeputeerde; Igor Philtjens, gedeputeerde; Tom Vandeput, gedeputeerde; Carine Achten; Leo Joosten; Koen Ooms; Rita Keunen; Koen Albregts; Liesbeth Fransen; Liesbet Gabriels; Myrthe Hoffmeister; Liesbeth Maris; Raf Truyens; Luc Wouters; Erhan Yilmaz; Ismail Ayed; Huub Broers; Peter Deltour; Ann Leyssens; Jochen Schuermans; Frederick Vandeput; Marijke Bruninx; Philippe Nys; Tine Jans; Danny Deneuker; Yasin Kilic; Jean-Paul Peuskens; Maurice Webers; Jos Lantmeeters, gouverneur; Wim Schoepen, provinciegriffier
Verontschuldigd
Katrien Lambrechts
Secretaris
Wim Schoepen, provinciegriffier
Voorzitter
Jessie De Weyer, voorzitter

Stemming op het agendapunt

2023_PR_00107 - Algemene provinciebelasting gezinnen - 2024 – vaststelling - Besluit
Aanwezig
Jessie De Weyer, Inge Moors, Bert Lambrechts, Igor Philtjens, Tom Vandeput, Carine Achten, Leo Joosten, Koen Ooms, Rita Keunen, Koen Albregts, Liesbeth Fransen, Liesbet Gabriels, Myrthe Hoffmeister, Liesbeth Maris, Raf Truyens, Luc Wouters, Erhan Yilmaz, Ismail Ayed, Huub Broers, Peter Deltour, Ann Leyssens, Jochen Schuermans, Frederick Vandeput, Marijke Bruninx, Philippe Nys, Tine Jans, Danny Deneuker, Yasin Kilic, Jean-Paul Peuskens, Maurice Webers, Jos Lantmeeters, Wim Schoepen
Stemmen voor 26
Inge Moors, Tom Vandeput, Igor Philtjens, Erhan Yilmaz, Raf Truyens, Koen Albregts, Ismail Ayed, Marijke Bruninx, Peter Deltour, Danny Deneuker, Liesbet Gabriels, Maurice Webers, Luc Wouters, Liesbeth Fransen, Myrthe Hoffmeister, Ann Leyssens, Philippe Nys, Jean-Paul Peuskens, Jochen Schuermans, Frederick Vandeput, Huub Broers, Tine Jans, Yasin Kilic, Liesbeth Maris, Bert Lambrechts, Jessie De Weyer
Stemmen tegen 0
Onthoudingen 4
Koen Ooms, Carine Achten, Leo Joosten, Rita Keunen
Niet gestemd 0
Ongeldige stemmen 0
2.

2023_PR_00107 - Algemene provinciebelasting gezinnen - 2024 – vaststelling - Besluit

2023_PR_00107 - Algemene provinciebelasting gezinnen - 2024 – vaststelling - Besluit

Motivering

Argumentatie

1.Feitelijke en juridische gronden


Gelet op het provinciale meerjarenplan 2020-2025.


Gelet op de artikelen 41, 162 en 170 van de Grondwet.


Gelet op het provinciedecreet van 9 december 2005, zoals gewijzigd.


Gelet op de wet van 19 juli 1991 betreffende de bevolkingsregisters, de identiteitskaarten, de vreemdelingenkaarten en de verblijfsdocumenten.


Gelet op de wet van 15 maart 1999 betreffende de beslechting van fiscale geschillen.


Gelet op de wet van 23 maart 1999 betreffende de rechterlijke inrichting in fiscale zaken.


Gelet op het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen, zoals gewijzigd bij het decreet van 28 mei 2010 en het decreet van 17 februari 2012.


Gelet op het koninklijk besluit van 16 juli 1992 betreffende de bevolkingsregisters en het vreemdelingenregister, zoals herhaaldelijk gewijzigd.


2.Motivering


Het heffen van een provinciebelasting is noodzakelijk om de uitvoering van de beleidsopties opgenomen in het meerjarenplan financieel mogelijk te maken.


Het opzet achter het initieel invoeren van de belasting was tevens een vereenvoudiging van de provinciale fiscaliteit.


De heffing van de belasting moet zelf efficiënt en rendabel zijn. Aldus dienen de belastingopbrengsten de administratieve kosten verbonden aan de vestiging en de invordering van de belastingaanslagen te dekken.


Een algemene en evenwichtige spreiding van de belastingdruk wordt nagestreefd over meer dan vierhonderdvijftigduizend belastingplichtigen, namelijk de gezinnen die op het grondgebied van de provincie Limburg één woongelegenheid, hoe ook genoemd, bewonen en de bedrijven (eenmanszaken en vennootschappen)  die op het grondgebied van de provincie Limburg één of meerdere vestigingen gebruiken of tot gebruik voorbehouden.


Ten overstaan van de gezinnen bestaat het belastbaar feit uit de bewoning door een gezin van één woongelegenheid, hoe ook genoemd, die op het grondgebied van de provincie Limburg is gelegen.


Ten overstaan van de bedrijven bestaat het belastbaar feit uit elke vestiging die op het grondgebied van de provincie Limburg is gelegen en die door het bedrijf wordt gebruikt of tot gebruik wordt voorbehouden.


Zowel de gezinnen als de bedrijven dienen de belasting verschuldigd te zijn afzonderlijk per woning, respectievelijk per vestiging hoe ook genoemd, die zij op het grondgebied van de provincie Limburg gebruiken of tot gebruik voorbehouden.


De belastbare grondslag moet eenvoudig meetbaar en controleerbaar zijn en bestaat derhalve uit de totale gebouwde en/of ongebouwde oppervlakte van het goed waarop de woning (gezinnen) of de vestiging (bedrijven) zich bevindt en die door de belastingplichtige wordt gebruikt of tot gebruik wordt voorbehouden.


Het oppervlaktecriterium met een daaraan gekoppelde gedifferentieerde tariefstructuur laat op adequate wijze toe om, bij benadering en in overeenstemming met het beginsel van de verdelende rechtvaardigheid, de belasting vast te stellen.


Het oppervlaktecriterium wordt als berekeningsbasis redelijk en objectief beschouwd teneinde de algemene provinciebelasting te berekenen.


De belasting beoogt belastingplichtigen met verschillende toestanden en die verscheidenheid moet noodzakelijkerwijs worden opgevangen in vereenvoudigde categorieën. De normen van een belasting kunnen niet worden aangepast naargelang de eigenheid van elk individueel geval. Er kan niet voor alle mogelijke soorten gezinnen en bedrijven (elk met hun eigen en meest uiteenlopende kenmerken) worden voorzien in een specifieke belastingregeling.


Verschillen inzake financiële draagkracht en/of economische rentabiliteit maken redelijk verantwoorde differentiatiecriteria uit voor de toepassing van het belastingreglement en het verschil in tarifering.


In het algemeen mag worden aangenomen dat de verschillen in financiële draagkracht verantwoorden dat gezinnen aan lagere tarieven worden onderworpen dan bedrijven. De activiteiten van gezinnen zijn niet gericht op een economische exploitatie, terwijl bedrijven bestendig een economisch rendement beogen en/of een winstoogmerk hebben.


Financieel kwetsbaardere gezinnen krijgen vermindering van de belasting op basis van objectieve voorwaarden. Deze voorwaarden houden verband met een tegemoetkoming die genoten wordt op basis van een onderzoek dat reeds door andere wettelijk bevoegde instanties werd uitgevoerd.


Categorieën van bedrijven die door hun aard de grond (bodem) als natuurlijk productiemiddel aanwenden en die in vergelijking met andere categorieën een lager rendement per vierkante meter oppervlakte hebben, hebben een uitzonderlijke nood aan grotere oppervlakten om een economisch leefbare (rendabele) exploitatie te kunnen realiseren. De tariefstructuur komt tegemoet aan de doelstelling van een evenwichtige spreiding in functie van de financiële draagkracht door voor deze categorieën van belastingplichtigen aangepaste tarieven te voorzien, die in overeenstemming kunnen worden beschouwd met hun financiële draagkracht.


Het heffen van minimumbelastingen is gerechtvaardigd door enerzijds de noodzaak om de administratieve kost van de belastingheffing te dekken en anderzijds doordat kan worden aangenomen dat de voorziene minimumbedragen binnen de draagkracht liggen van elke belastingplichtige.

Besluit

De provincieraad beslist:

Artikel 1

Voor het aanslagjaar 2024 wordt, ten behoeve van de provincie Limburg, op de gezinnen een belasting geheven tot dekking van de algemene uitgaven van het provinciaal beleid.

   

Artikel 2

§1. Een gezin bestaat uit hetzij één persoon die gewoonlijk alleen leeft, hetzij uit twee of meer personen die, al dan niet door verwantschap aan elkaar verbonden, gewoonlijk in één en dezelfde woning verblijven en er samenleven.

§2. De belasting wordt gevestigd op naam van de referentiepersoon van het gezin, die op 

1 januari van het aanslagjaar zijn/haar hoofdverblijfplaats heeft in de provincie Limburg.

§3. De referentiepersoon van het gezin met hoofdverblijfplaats in Limburg, is deze die als dusdanig is ingeschreven in het bevolkingsbestand van de gemeente.


    

   

Artikel 3

§1. De belasting is verschuldigd voor de bewoning door een gezin van één woongelegenheid, hoe ook genoemd in de provincie Limburg.

§2. Indien er op een bepaald adres meerdere personen als "referentiepersoon" zijn ingeschreven, zijn deze allen belastingplichtig.

   

Artikel 4

§1. De belasting wordt, ongeacht de kadastrale indeling, vastgesteld rekening houdend met de totale bebouwde en onbebouwde oppervlakte van het goed in de provincie Limburg waarop de bewoning plaatsvindt.

§2. Indien op een goed verscheidene woongelegenheden voorkomen, wordt de aanslag vastgesteld op basis van de bebouwde en onbebouwde oppervlakte die de belastingschuldige in gebruik heeft of tot het gebruik voorbehouden heeft.

§3. Voor de bebouwde oppervlakte worden alle bouwlagen afzonderlijk geteld.

   

Artikel 5

§1. Aan elke belastingschuldige (cf. art. 2) wordt een aanslagbiljet ten bedrage van de minimum verschuldigde belasting toegestuurd.

Indien de belastingschuldige, voor de bewoning van het gezin, beschikt over een totale bebouwde en onbebouwde oppervlakte boven de 10.000 m² is hij/zij verplicht hiervan aangifte te doen, binnen één  maand na de verzendingsdatum van het aanslagbiljet.

§2. De aangifte, gehecht aan het aanslagbiljet, moet correct ingevuld, gedagtekend en genaamtekend binnen één maand na de verzendingsdatum van het aanslagbiljet, toekomen bij het provinciebestuur Limburg, dienst provinciale financiën, Universiteitslaan 1 te 3500 Hasselt.

   

Artikel 6

§1. De belasting wordt per woongelegenheid als volgt vastgesteld:

Belastbare oppervlakte (bebouwde + onbebouwde)    bedrag

a) tot 10.000 m²:                                                           35,00 EUR

b) tussen 10.000 m² en 20.000 m²:                               50,00 EUR

c) meer dan 20.000 m²:                                                 80,00 EUR

§2. De belasting is ondeelbaar verschuldigd voor het hele jaar. Voor de vaststelling van de belasting wordt de toestand op 1 januari van het aanslagjaar in aanmerking genomen.

   

Artikel 7

De belasting van 35,00 EUR wordt gehalveerd tot 17,50 EUR indien:

- de aangeslagene bewijst dat hij/zij op 1 januari van het aanslagjaar aanspraak kan maken op het zogenaamde RVT-voorkeurtarief (Recht op de Verhoogde Tegemoetkoming),

- de aangeslagene bewijst dat hij/zij op 1 januari van het aanslagjaar geniet van de toekenning van het leefloon.

   

Artikel 8

§1. Bij gebrek aan aangifte binnen de termijn, bepaald in art. 5 van dit reglement, of ingeval van onjuiste, onvolledige of onnauwkeurige aangifte wordt de belasting ambtshalve ingekohierd en vermeerderd met volgende belastingverhogingen:

In geval van goede trouw van de belastingschuldige:

- eerste overtreding: 20 % verhoging van de verschuldigde belasting

- tweede overtreding: 50 % verhoging van de verschuldigde belasting

- vanaf de derde overtreding: 100 % verhoging van de verschuldigde belasting

In geval van kwade trouw van de belastingschuldige;

  • 100 % verhoging vanaf de eerste overtreding

§2. Bij tijdige en correcte aangifte gedurende twee opeenvolgende jaren begint een nieuwe termijn van aangiftegedrag te lopen.

§3. De verhoging kan maximaal aanleiding geven tot een verdubbeling van de aanslag.

§4. De overtredingen worden vastgesteld door provincieambtenaren, daartoe aangewezen door de deputatie. De door hen opgestelde processen-verbaal hebben bewijskracht tot bewijs van het tegendeel.

   

Artikel 9

De verschuldigde belasting en de eventuele verhoging worden opgenomen in kohieren, die worden vastgesteld en uitvoerbaar verklaard door de deputatie.

De aanslagbiljetten moeten in gesloten omslag aan de belastingschuldigen gezonden worden.

In afwijking van het vorige lid kan de belastingplichtige, mits hij een uitdrukkelijke verklaring in die zin aflegt, er evenwel voor opteren om de aanslagbiljetten door middel van een procedure waarbij

informaticatechnieken worden gebruikt, te ontvangen. In dit geval geldt de aanbieding van dergelijke procedure als rechtsgeldige kennisgeving van het aanslagbiljet. 

   

Artikel 10

De belasting wordt geïnd door de financieel beheerder van de provincie Limburg. De aanslag moet binnen twee maanden volgend op de verzendingsdatum van het aanslagbiljet betaald zijn op de aangeduide rekening. 

In het in artikel 9, derde lid, bedoelde geval moet de belasting worden betaald binnen twee maanden na de datum waarop het aanslagbiljet door middel van een procedure waarbij informaticatechnieken worden gebruikt aan de belastingplichtige werd aangeboden.  

Eens de betalingstermijn verstreken is, worden de invordering en vervolging gedaan door de financieel beheerder van de provincie Limburg.

  

Artikel 11

De belastingschuldige of zijn vertegenwoordiger kan tegen een aanslag, een belastingverhoging of een administratieve geldboete, een bezwaarschrift indienen bij de deputatie van de provincie Limburg, die handelt als administratieve overheid. 

Het bezwaar moet schriftelijk en gemotiveerd en ondertekend worden ingediend bij de deputatie van de provincie Limburg, Universiteitslaan 1 te 3500 Hasselt, binnen een termijn van drie maanden te rekenen vanaf de derde kalenderdag volgend op de datum van verzending van het aanslagbiljet of vanaf de kennisgeving van de aanslag.

In het in artikel 9, derde lid, bedoelde geval vangt de termijn aan vanaf de datum waarop het aanslagbiljet door middel van een procedure waarbij informaticatechnieken worden gebruikt aan de belastingplichtige is aangeboden.

Het bezwaar kan ook worden ingediend via e-mail op het e-mail adres dat vermeld is op het aanslagbiljet, binnen de termijn zoals hierboven bepaald. 

De belastingschuldige of zijn vertegenwoordiger kan in zijn/haar bezwaarschrift vragen om gehoord te worden.

   

3.

2023_PR_00108 - Algemene provinciebelasting bedrijven - 2024 – vaststelling - Besluit

Goedgekeurd

Samenstelling

Aanwezig
Jessie De Weyer, voorzitter; Inge Moors, gedeputeerde; Bert Lambrechts, gedeputeerde; Igor Philtjens, gedeputeerde; Tom Vandeput, gedeputeerde; Carine Achten; Leo Joosten; Koen Ooms; Rita Keunen; Koen Albregts; Liesbeth Fransen; Liesbet Gabriels; Myrthe Hoffmeister; Liesbeth Maris; Raf Truyens; Luc Wouters; Erhan Yilmaz; Ismail Ayed; Huub Broers; Peter Deltour; Ann Leyssens; Jochen Schuermans; Frederick Vandeput; Marijke Bruninx; Philippe Nys; Tine Jans; Danny Deneuker; Yasin Kilic; Jean-Paul Peuskens; Maurice Webers; Jos Lantmeeters, gouverneur; Wim Schoepen, provinciegriffier
Verontschuldigd
Katrien Lambrechts
Secretaris
Wim Schoepen, provinciegriffier
Voorzitter
Jessie De Weyer, voorzitter

Stemming op het agendapunt

2023_PR_00108 - Algemene provinciebelasting bedrijven - 2024 – vaststelling - Besluit
Aanwezig
Jessie De Weyer, Inge Moors, Bert Lambrechts, Igor Philtjens, Tom Vandeput, Carine Achten, Leo Joosten, Koen Ooms, Rita Keunen, Koen Albregts, Liesbeth Fransen, Liesbet Gabriels, Myrthe Hoffmeister, Liesbeth Maris, Raf Truyens, Luc Wouters, Erhan Yilmaz, Ismail Ayed, Huub Broers, Peter Deltour, Ann Leyssens, Jochen Schuermans, Frederick Vandeput, Marijke Bruninx, Philippe Nys, Tine Jans, Danny Deneuker, Yasin Kilic, Jean-Paul Peuskens, Maurice Webers, Jos Lantmeeters, Wim Schoepen
Stemmen voor 26
Inge Moors, Tom Vandeput, Igor Philtjens, Erhan Yilmaz, Raf Truyens, Koen Albregts, Ismail Ayed, Marijke Bruninx, Peter Deltour, Danny Deneuker, Liesbet Gabriels, Maurice Webers, Luc Wouters, Liesbeth Fransen, Myrthe Hoffmeister, Ann Leyssens, Philippe Nys, Jean-Paul Peuskens, Jochen Schuermans, Frederick Vandeput, Huub Broers, Tine Jans, Yasin Kilic, Liesbeth Maris, Bert Lambrechts, Jessie De Weyer
Stemmen tegen 0
Onthoudingen 4
Koen Ooms, Carine Achten, Leo Joosten, Rita Keunen
Niet gestemd 0
Ongeldige stemmen 0
3.

2023_PR_00108 - Algemene provinciebelasting bedrijven - 2024 – vaststelling - Besluit

2023_PR_00108 - Algemene provinciebelasting bedrijven - 2024 – vaststelling - Besluit

Motivering

Argumentatie

1.Feitelijke en juridische gronden


Gelet op het provinciale meerjarenplan 2020-2025.


Gelet op de artikelen 41, 162 en 170 van de Grondwet.


Gelet op het provinciedecreet van 9 december 2005, zoals gewijzigd.


Gelet op de wet van 19 juli 1991 betreffende de bevolkingsregisters, de identiteitskaarten, de vreemdelingenkaarten en de verblijfsdocumenten.


Gelet op de wet van 15 maart 1999 betreffende de beslechting van fiscale geschillen.


Gelet op de wet van 23 maart 1999 betreffende de rechterlijke inrichting in fiscale zaken.


Gelet op het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen, zoals gewijzigd bij het decreet van 28 mei 2010 en het decreet van 17 februari 2012.


Gelet op het koninklijk besluit van 16 juli 1992 betreffende de bevolkingsregisters en het vreemdelingenregister, zoals herhaaldelijk gewijzigd.


2.Motivering


Het heffen van een provinciebelasting is noodzakelijk om de uitvoering van de beleidsopties opgenomen in het meerjarenplan financieel mogelijk te maken.


Het opzet achter het initieel invoeren van de belasting was tevens een vereenvoudiging van de provinciale fiscaliteit.


De heffing van de belasting moet zelf efficiënt en rendabel zijn. Aldus dienen de belastingopbrengsten de administratieve kosten verbonden aan de vestiging en de invordering van de belastingaanslagen te dekken.


Een algemene en evenwichtige spreiding van de belastingdruk wordt nagestreefd over meer dan vierhonderdvijftigduizend belastingplichtigen, namelijk de gezinnen die op het grondgebied van de provincie Limburg één woongelegenheid, hoe ook genoemd, bewonen en de bedrijven (eenmanszaken en vennootschappen)  die op het grondgebied van de provincie Limburg één of meerdere vestigingen gebruiken of tot gebruik voorbehouden.


Ten overstaan van de gezinnen bestaat het belastbaar feit uit de bewoning door een gezin van één woongelegenheid, hoe ook genoemd, die op het grondgebied van de provincie Limburg is gelegen.


Ten overstaan van de bedrijven bestaat het belastbaar feit uit elke vestiging die op het grondgebied van de provincie Limburg is gelegen en die door het bedrijf wordt gebruikt of tot gebruik wordt voorbehouden.


Zowel de gezinnen als de bedrijven dienen de belasting verschuldigd te zijn afzonderlijk per woning, respectievelijk per vestiging hoe ook genoemd, die zij op het grondgebied van de provincie Limburg gebruiken of tot gebruik voorbehouden.


De belastbare grondslag moet eenvoudig meetbaar en controleerbaar zijn en bestaat derhalve uit de totale gebouwde en/of ongebouwde oppervlakte van het goed waarop de woning (gezinnen) of de vestiging (bedrijven) zich bevindt en die door de belastingplichtige wordt gebruikt of tot gebruik wordt voorbehouden.


Het oppervlaktecriterium met een daaraan gekoppelde gedifferentieerde tariefstructuur laat op adequate wijze toe om, bij benadering en in overeenstemming met het beginsel van de verdelende rechtvaardigheid, de belasting vast te stellen.


Het oppervlaktecriterium wordt als berekeningsbasis redelijk en objectief beschouwd teneinde de algemene provinciebelasting te berekenen.


De belasting beoogt belastingplichtigen met verschillende toestanden en die verscheidenheid moet noodzakelijkerwijs worden opgevangen in vereenvoudigde categorieën. De normen van een belasting kunnen niet worden aangepast naargelang de eigenheid van elk individueel geval. Er kan niet voor alle mogelijke soorten gezinnen en bedrijven (elk met hun eigen en meest uiteenlopende kenmerken) worden voorzien in een specifieke belastingregeling.


Verschillen inzake financiële draagkracht en/of economische rentabiliteit maken redelijk verantwoorde differentiatiecriteria uit voor de toepassing van het belastingreglement en het verschil in tarifering.


In het algemeen mag worden aangenomen dat de verschillen in financiële draagkracht verantwoorden dat gezinnen aan lagere tarieven worden onderworpen dan bedrijven. De activiteiten van gezinnen zijn niet gericht op een economische exploitatie, terwijl bedrijven bestendig een economisch rendement beogen en/of een winstoogmerk hebben.


Financieel kwetsbaardere gezinnen krijgen vermindering van de belasting op basis van objectieve voorwaarden. Deze voorwaarden houden verband met een tegemoetkoming die genoten wordt op basis van een onderzoek dat reeds door andere wettelijk bevoegde instanties werd uitgevoerd.


Categorieën van bedrijven die door hun aard de grond (bodem) als natuurlijk productiemiddel aanwenden en die in vergelijking met andere categorieën een lager rendement per vierkante meter oppervlakte hebben, hebben een uitzonderlijke nood aan grotere oppervlakten om een economisch leefbare (rendabele) exploitatie te kunnen realiseren. De tariefstructuur komt tegemoet aan de doelstelling van een evenwichtige spreiding in functie van de financiële draagkracht door voor deze categorieën van belastingplichtigen aangepaste tarieven te voorzien, die in overeenstemming kunnen worden beschouwd met hun financiële draagkracht.


Het heffen van minimumbelastingen is gerechtvaardigd door enerzijds de noodzaak om de administratieve kost van de belastingheffing te dekken en anderzijds doordat kan worden aangenomen dat de voorziene minimumbedragen binnen de draagkracht liggen van elke belastingplichtige.

Besluit

De provincieraad beslist:

Artikel 1

Er wordt voor het aanslagjaar 2024, een algemene provinciebelasting geheven ten behoeve van de provincie Limburg op de bedrijven en economische entiteiten, opgesomd in art. 2, tot dekking van de uitgaven van het provinciaal beleid.

   

4.

2023_PR_00109 - Provincieopcentiemen op de onroerende voorheffing van het Vlaams Gewest - 2024 – vaststelling - Besluit

Goedgekeurd

Samenstelling

Aanwezig
Jessie De Weyer, voorzitter; Inge Moors, gedeputeerde; Bert Lambrechts, gedeputeerde; Igor Philtjens, gedeputeerde; Tom Vandeput, gedeputeerde; Carine Achten; Leo Joosten; Koen Ooms; Rita Keunen; Koen Albregts; Liesbeth Fransen; Liesbet Gabriels; Myrthe Hoffmeister; Liesbeth Maris; Raf Truyens; Luc Wouters; Erhan Yilmaz; Ismail Ayed; Huub Broers; Peter Deltour; Ann Leyssens; Jochen Schuermans; Frederick Vandeput; Marijke Bruninx; Philippe Nys; Tine Jans; Danny Deneuker; Yasin Kilic; Jean-Paul Peuskens; Maurice Webers; Jos Lantmeeters, gouverneur; Wim Schoepen, provinciegriffier
Verontschuldigd
Katrien Lambrechts
Secretaris
Wim Schoepen, provinciegriffier
Voorzitter
Jessie De Weyer, voorzitter

Stemming op het agendapunt

2023_PR_00109 - Provincieopcentiemen op de onroerende voorheffing van het Vlaams Gewest - 2024 – vaststelling - Besluit
Aanwezig
Jessie De Weyer, Inge Moors, Bert Lambrechts, Igor Philtjens, Tom Vandeput, Carine Achten, Leo Joosten, Koen Ooms, Rita Keunen, Koen Albregts, Liesbeth Fransen, Liesbet Gabriels, Myrthe Hoffmeister, Liesbeth Maris, Raf Truyens, Luc Wouters, Erhan Yilmaz, Ismail Ayed, Huub Broers, Peter Deltour, Ann Leyssens, Jochen Schuermans, Frederick Vandeput, Marijke Bruninx, Philippe Nys, Tine Jans, Danny Deneuker, Yasin Kilic, Jean-Paul Peuskens, Maurice Webers, Jos Lantmeeters, Wim Schoepen
Stemmen voor 26
Inge Moors, Tom Vandeput, Igor Philtjens, Erhan Yilmaz, Raf Truyens, Koen Albregts, Ismail Ayed, Marijke Bruninx, Peter Deltour, Danny Deneuker, Liesbet Gabriels, Maurice Webers, Luc Wouters, Liesbeth Fransen, Myrthe Hoffmeister, Ann Leyssens, Philippe Nys, Jean-Paul Peuskens, Jochen Schuermans, Frederick Vandeput, Huub Broers, Tine Jans, Yasin Kilic, Liesbeth Maris, Bert Lambrechts, Jessie De Weyer
Stemmen tegen 0
Onthoudingen 4
Koen Ooms, Carine Achten, Leo Joosten, Rita Keunen
Niet gestemd 0
Ongeldige stemmen 0
4.

2023_PR_00109 - Provincieopcentiemen op de onroerende voorheffing van het Vlaams Gewest - 2024 – vaststelling - Besluit

2023_PR_00109 - Provincieopcentiemen op de onroerende voorheffing van het Vlaams Gewest - 2024 – vaststelling - Besluit

Motivering

Argumentatie

PROVINCIEOPCENTIEMEN OP DE ONROERENDE VOORHEFFING VAN HET VLAAMS GEWEST

 

Overwegende dat de toestand van het provinciale meerjarenplan 2020-2025 het behoud van de provincieopcentiemen op de onroerende voorheffing van het Vlaams Gewest vereist;

 

Gelet op het provinciedecreet van 9 december 2005 zoals gewijzigd;

 

Gelet tevens op artikel 2.1.4.0.2 van de Vlaamse Codex Fiscaliteit van 13 december 2013, zoals gewijzigd bij artikel 31 van het Decreet van 18 november 2016 houdende de vernieuwde taakstelling en gewijzigde financiering van de provincies;

Besluit

De provincieraad beslist:

Artikel 1

Met ingang van 1 januari 2024 worden voor een termijn van één jaar, eindigend op 

31 december 2024, ten behoeve van de provincie Limburg, tweehonderdveertien komma twee en vijftig

(214,52) opcentiemen op de onroerende voorheffing geheven. 

   

Artikel 2

Deze opcentiemen zullen geïnd worden door het Vlaams Gewest.

    

5.

2023_PR_00104 - Algemene provinciebelasting gezinnen - 2025 – vaststelling - Besluit

Goedgekeurd

Samenstelling

Aanwezig
Jessie De Weyer, voorzitter; Inge Moors, gedeputeerde; Bert Lambrechts, gedeputeerde; Igor Philtjens, gedeputeerde; Tom Vandeput, gedeputeerde; Carine Achten; Leo Joosten; Koen Ooms; Rita Keunen; Koen Albregts; Liesbeth Fransen; Liesbet Gabriels; Myrthe Hoffmeister; Liesbeth Maris; Raf Truyens; Luc Wouters; Erhan Yilmaz; Ismail Ayed; Huub Broers; Peter Deltour; Ann Leyssens; Jochen Schuermans; Frederick Vandeput; Marijke Bruninx; Philippe Nys; Tine Jans; Danny Deneuker; Yasin Kilic; Jean-Paul Peuskens; Maurice Webers; Jos Lantmeeters, gouverneur; Wim Schoepen, provinciegriffier
Verontschuldigd
Katrien Lambrechts
Secretaris
Wim Schoepen, provinciegriffier
Voorzitter
Jessie De Weyer, voorzitter

Stemming op het agendapunt

2023_PR_00104 - Algemene provinciebelasting gezinnen - 2025 – vaststelling - Besluit
Aanwezig
Jessie De Weyer, Inge Moors, Bert Lambrechts, Igor Philtjens, Tom Vandeput, Carine Achten, Leo Joosten, Koen Ooms, Rita Keunen, Koen Albregts, Liesbeth Fransen, Liesbet Gabriels, Myrthe Hoffmeister, Liesbeth Maris, Raf Truyens, Luc Wouters, Erhan Yilmaz, Ismail Ayed, Huub Broers, Peter Deltour, Ann Leyssens, Jochen Schuermans, Frederick Vandeput, Marijke Bruninx, Philippe Nys, Tine Jans, Danny Deneuker, Yasin Kilic, Jean-Paul Peuskens, Maurice Webers, Jos Lantmeeters, Wim Schoepen
Stemmen voor 26
Inge Moors, Tom Vandeput, Igor Philtjens, Erhan Yilmaz, Raf Truyens, Koen Albregts, Ismail Ayed, Marijke Bruninx, Peter Deltour, Danny Deneuker, Liesbet Gabriels, Maurice Webers, Luc Wouters, Liesbeth Fransen, Myrthe Hoffmeister, Ann Leyssens, Philippe Nys, Jean-Paul Peuskens, Jochen Schuermans, Frederick Vandeput, Huub Broers, Tine Jans, Yasin Kilic, Liesbeth Maris, Bert Lambrechts, Jessie De Weyer
Stemmen tegen 0
Onthoudingen 4
Koen Ooms, Carine Achten, Leo Joosten, Rita Keunen
Niet gestemd 0
Ongeldige stemmen 0
5.

2023_PR_00104 - Algemene provinciebelasting gezinnen - 2025 – vaststelling - Besluit

2023_PR_00104 - Algemene provinciebelasting gezinnen - 2025 – vaststelling - Besluit

Motivering

Argumentatie

1.Feitelijke en juridische gronden


Gelet op het provinciale meerjarenplan 2020-2025.


Gelet op de artikelen 41, 162 en 170 van de Grondwet.


Gelet op het provinciedecreet van 9 december 2005, zoals gewijzigd.


Gelet op de wet van 19 juli 1991 betreffende de bevolkingsregisters, de identiteitskaarten, de vreemdelingenkaarten en de verblijfsdocumenten.


Gelet op de wet van 15 maart 1999 betreffende de beslechting van fiscale geschillen.


Gelet op de wet van 23 maart 1999 betreffende de rechterlijke inrichting in fiscale zaken.


Gelet op het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen, zoals gewijzigd bij het decreet van 28 mei 2010 en het decreet van 17 februari 2012.


Gelet op het koninklijk besluit van 16 juli 1992 betreffende de bevolkingsregisters en het vreemdelingenregister, zoals herhaaldelijk gewijzigd.


2.Motivering


Het heffen van een provinciebelasting is noodzakelijk om de uitvoering van de beleidsopties opgenomen in het meerjarenplan financieel mogelijk te maken.


Het opzet achter het initieel invoeren van de belasting was tevens een vereenvoudiging van de provinciale fiscaliteit.


De heffing van de belasting moet zelf efficiënt en rendabel zijn. Aldus dienen de belastingopbrengsten de administratieve kosten verbonden aan de vestiging en de invordering van de belastingaanslagen te dekken.


Een algemene en evenwichtige spreiding van de belastingdruk wordt nagestreefd over meer dan vierhonderdvijftigduizend belastingplichtigen, namelijk de gezinnen die op het grondgebied van de provincie Limburg één woongelegenheid, hoe ook genoemd, bewonen en de bedrijven (eenmanszaken en vennootschappen)  die op het grondgebied van de provincie Limburg één of meerdere vestigingen gebruiken of tot gebruik voorbehouden.


Ten overstaan van de gezinnen bestaat het belastbaar feit uit de bewoning door een gezin van één woongelegenheid, hoe ook genoemd, die op het grondgebied van de provincie Limburg is gelegen.


Ten overstaan van de bedrijven bestaat het belastbaar feit uit elke vestiging die op het grondgebied van de provincie Limburg is gelegen en die door het bedrijf wordt gebruikt of tot gebruik wordt voorbehouden.


Zowel de gezinnen als de bedrijven dienen de belasting verschuldigd te zijn afzonderlijk per woning, respectievelijk per vestiging hoe ook genoemd, die zij op het grondgebied van de provincie Limburg gebruiken of tot gebruik voorbehouden.


De belastbare grondslag moet eenvoudig meetbaar en controleerbaar zijn en bestaat derhalve uit de totale gebouwde en/of ongebouwde oppervlakte van het goed waarop de woning (gezinnen) of de vestiging (bedrijven) zich bevindt en die door de belastingplichtige wordt gebruikt of tot gebruik wordt voorbehouden.


Het oppervlaktecriterium met een daaraan gekoppelde gedifferentieerde tariefstructuur laat op adequate wijze toe om, bij benadering en in overeenstemming met het beginsel van de verdelende rechtvaardigheid, de belasting vast te stellen.


Het oppervlaktecriterium wordt als berekeningsbasis redelijk en objectief beschouwd teneinde de algemene provinciebelasting te berekenen.


De belasting beoogt belastingplichtigen met verschillende toestanden en die verscheidenheid moet noodzakelijkerwijs worden opgevangen in vereenvoudigde categorieën. De normen van een belasting kunnen niet worden aangepast naargelang de eigenheid van elk individueel geval. Er kan niet voor alle mogelijke soorten gezinnen en bedrijven (elk met hun eigen en meest uiteenlopende kenmerken) worden voorzien in een specifieke belastingregeling.


Verschillen inzake financiële draagkracht en/of economische rentabiliteit maken redelijk verantwoorde differentiatiecriteria uit voor de toepassing van het belastingreglement en het verschil in tarifering.


In het algemeen mag worden aangenomen dat de verschillen in financiële draagkracht verantwoorden dat gezinnen aan lagere tarieven worden onderworpen dan bedrijven. De activiteiten van gezinnen zijn niet gericht op een economische exploitatie, terwijl bedrijven bestendig een economisch rendement beogen en/of een winstoogmerk hebben.


Financieel kwetsbaardere gezinnen krijgen vermindering van de belasting op basis van objectieve voorwaarden. Deze voorwaarden houden verband met een tegemoetkoming die genoten wordt op basis van een onderzoek dat reeds door andere wettelijk bevoegde instanties werd uitgevoerd.


Categorieën van bedrijven die door hun aard de grond (bodem) als natuurlijk productiemiddel aanwenden en die in vergelijking met andere categorieën een lager rendement per vierkante meter oppervlakte hebben, hebben een uitzonderlijke nood aan grotere oppervlakten om een economisch leefbare (rendabele) exploitatie te kunnen realiseren. De tariefstructuur komt tegemoet aan de doelstelling van een evenwichtige spreiding in functie van de financiële draagkracht door voor deze categorieën van belastingplichtigen aangepaste tarieven te voorzien, die in overeenstemming kunnen worden beschouwd met hun financiële draagkracht.


Het heffen van minimumbelastingen is gerechtvaardigd door enerzijds de noodzaak om de administratieve kost van de belastingheffing te dekken en anderzijds doordat kan worden aangenomen dat de voorziene minimumbedragen binnen de draagkracht liggen van elke belastingplichtige.

Besluit

De provincieraad beslist:

Artikel 1

Voor het aanslagjaar 2025 wordt, ten behoeve van de provincie Limburg, op de gezinnen een belasting geheven tot dekking van de algemene uitgaven van het provinciaal beleid.

   

Artikel 2

§1. Een gezin bestaat uit hetzij één persoon die gewoonlijk alleen leeft, hetzij uit twee of meer personen die, al dan niet door verwantschap aan elkaar verbonden, gewoonlijk in één en dezelfde woning verblijven en er samenleven.

§2. De belasting wordt gevestigd op naam van de referentiepersoon van het gezin, die op 

1 januari van het aanslagjaar zijn/haar hoofdverblijfplaats heeft in de provincie Limburg.

§3. De referentiepersoon van het gezin met hoofdverblijfplaats in Limburg, is deze die als dusdanig is ingeschreven in het bevolkingsbestand van de gemeente.


    

   

Artikel 3

§1. De belasting is verschuldigd voor de bewoning door een gezin van één woongelegenheid, hoe ook genoemd in de provincie Limburg.

§2. Indien er op een bepaald adres meerdere personen als "referentiepersoon" zijn ingeschreven, zijn deze allen belastingplichtig.

   

Artikel 4

§1. De belasting wordt, ongeacht de kadastrale indeling, vastgesteld rekening houdend met de totale bebouwde en onbebouwde oppervlakte van het goed in de provincie Limburg waarop de bewoning plaatsvindt.

§2. Indien op een goed verscheidene woongelegenheden voorkomen, wordt de aanslag vastgesteld op basis van de bebouwde en onbebouwde oppervlakte die de belastingschuldige in gebruik heeft of tot het gebruik voorbehouden heeft.

§3. Voor de bebouwde oppervlakte worden alle bouwlagen afzonderlijk geteld.

   

Artikel 5

§1. Aan elke belastingschuldige (cf. art. 2) wordt een aanslagbiljet ten bedrage van de minimum verschuldigde belasting toegestuurd.

Indien de belastingschuldige, voor de bewoning van het gezin, beschikt over een totale bebouwde en onbebouwde oppervlakte boven de 10.000 m² is hij/zij verplicht hiervan aangifte te doen, binnen één  maand na de verzendingsdatum van het aanslagbiljet.

§2. De aangifte, gehecht aan het aanslagbiljet, moet correct ingevuld, gedagtekend en genaamtekend binnen één maand na de verzendingsdatum van het aanslagbiljet, toekomen bij het provinciebestuur Limburg, dienst provinciale financiën, Universiteitslaan 1 te 3500 Hasselt.

   

Artikel 6

§1. De belasting wordt per woongelegenheid als volgt vastgesteld:

Belastbare oppervlakte (bebouwde + onbebouwde)    bedrag

a) tot 10.000 m²:                                                           35,00 EUR

b) tussen 10.000 m² en 20.000 m²:                               50,00 EUR

c) meer dan 20.000 m²:                                                 80,00 EUR

§2. De belasting is ondeelbaar verschuldigd voor het hele jaar. Voor de vaststelling van de belasting wordt de toestand op 1 januari van het aanslagjaar in aanmerking genomen.

   

Artikel 7

De belasting van 35,00 EUR wordt gehalveerd tot 17,50 EUR indien:

- de aangeslagene bewijst dat hij/zij op 1 januari van het aanslagjaar aanspraak kan maken op het zogenaamde RVT-voorkeurtarief (Recht op de Verhoogde Tegemoetkoming),

- de aangeslagene bewijst dat hij/zij op 1 januari van het aanslagjaar geniet van de toekenning van het leefloon.

   

Artikel 8

§1. Bij gebrek aan aangifte binnen de termijn, bepaald in art. 5 van dit reglement, of ingeval van onjuiste, onvolledige of onnauwkeurige aangifte wordt de belasting ambtshalve ingekohierd en vermeerderd met volgende belastingverhogingen:

In geval van goede trouw van de belastingschuldige:

- eerste overtreding: 20 % verhoging van de verschuldigde belasting

- tweede overtreding: 50 % verhoging van de verschuldigde belasting

- vanaf de derde overtreding: 100 % verhoging van de verschuldigde belasting

In geval van kwade trouw van de belastingschuldige;

  • 100 % verhoging vanaf de eerste overtreding

§2. Bij tijdige en correcte aangifte gedurende twee opeenvolgende jaren begint een nieuwe termijn van aangiftegedrag te lopen.

§3. De verhoging kan maximaal aanleiding geven tot een verdubbeling van de aanslag.

§4. De overtredingen worden vastgesteld door provincieambtenaren, daartoe aangewezen door de deputatie. De door hen opgestelde processen-verbaal hebben bewijskracht tot bewijs van het tegendeel.

   

Artikel 9

De verschuldigde belasting en de eventuele verhoging worden opgenomen in kohieren, die worden vastgesteld en uitvoerbaar verklaard door de deputatie.

De aanslagbiljetten moeten in gesloten omslag aan de belastingschuldigen gezonden worden.

In afwijking van het vorige lid kan de belastingplichtige, mits hij een uitdrukkelijke verklaring in die zin aflegt, er evenwel voor opteren om de aanslagbiljetten door middel van een procedure waarbij

informaticatechnieken worden gebruikt, te ontvangen. In dit geval geldt de aanbieding van dergelijke procedure als rechtsgeldige kennisgeving van het aanslagbiljet. 

   

Artikel 10

De belasting wordt geïnd door de financieel beheerder van de provincie Limburg. De aanslag moet binnen twee maanden volgend op de verzendingsdatum van het aanslagbiljet betaald zijn op de aangeduide rekening. 

In het in artikel 9, derde lid, bedoelde geval moet de belasting worden betaald binnen twee maanden na de datum waarop het aanslagbiljet door middel van een procedure waarbij informaticatechnieken worden gebruikt aan de belastingplichtige werd aangeboden.  

Eens de betalingstermijn verstreken is, worden de invordering en vervolging gedaan door de financieel beheerder van de provincie Limburg.

  

Artikel 11

De belastingschuldige of zijn vertegenwoordiger kan tegen een aanslag, een belastingverhoging of een administratieve geldboete, een bezwaarschrift indienen bij de deputatie van de provincie Limburg, die handelt als administratieve overheid. 

Het bezwaar moet schriftelijk en gemotiveerd en ondertekend worden ingediend bij de deputatie van de provincie Limburg, Universiteitslaan 1 te 3500 Hasselt, binnen een termijn van drie maanden te rekenen vanaf de derde kalenderdag volgend op de datum van verzending van het aanslagbiljet of vanaf de kennisgeving van de aanslag.

In het in artikel 9, derde lid, bedoelde geval vangt de termijn aan vanaf de datum waarop het aanslagbiljet door middel van een procedure waarbij informaticatechnieken worden gebruikt aan de belastingplichtige is aangeboden.

Het bezwaar kan ook worden ingediend via e-mail op het e-mail adres dat vermeld is op het aanslagbiljet, binnen de termijn zoals hierboven bepaald. 

De belastingschuldige of zijn vertegenwoordiger kan in zijn/haar bezwaarschrift vragen om gehoord te worden.

   

6.

2023_PR_00105 - Algemene provinciebelasting bedrijven - 2025 – vaststelling - Besluit

Goedgekeurd

Samenstelling

Aanwezig
Jessie De Weyer, voorzitter; Inge Moors, gedeputeerde; Bert Lambrechts, gedeputeerde; Igor Philtjens, gedeputeerde; Tom Vandeput, gedeputeerde; Carine Achten; Leo Joosten; Koen Ooms; Rita Keunen; Koen Albregts; Liesbeth Fransen; Liesbet Gabriels; Myrthe Hoffmeister; Liesbeth Maris; Raf Truyens; Luc Wouters; Erhan Yilmaz; Ismail Ayed; Huub Broers; Peter Deltour; Ann Leyssens; Jochen Schuermans; Frederick Vandeput; Marijke Bruninx; Philippe Nys; Tine Jans; Danny Deneuker; Yasin Kilic; Jean-Paul Peuskens; Maurice Webers; Jos Lantmeeters, gouverneur; Wim Schoepen, provinciegriffier
Verontschuldigd
Katrien Lambrechts
Secretaris
Wim Schoepen, provinciegriffier
Voorzitter
Jessie De Weyer, voorzitter

Stemming op het agendapunt

2023_PR_00105 - Algemene provinciebelasting bedrijven - 2025 – vaststelling - Besluit
Aanwezig
Jessie De Weyer, Inge Moors, Bert Lambrechts, Igor Philtjens, Tom Vandeput, Carine Achten, Leo Joosten, Koen Ooms, Rita Keunen, Koen Albregts, Liesbeth Fransen, Liesbet Gabriels, Myrthe Hoffmeister, Liesbeth Maris, Raf Truyens, Luc Wouters, Erhan Yilmaz, Ismail Ayed, Huub Broers, Peter Deltour, Ann Leyssens, Jochen Schuermans, Frederick Vandeput, Marijke Bruninx, Philippe Nys, Tine Jans, Danny Deneuker, Yasin Kilic, Jean-Paul Peuskens, Maurice Webers, Jos Lantmeeters, Wim Schoepen
Stemmen voor 26
Inge Moors, Tom Vandeput, Igor Philtjens, Erhan Yilmaz, Raf Truyens, Koen Albregts, Ismail Ayed, Marijke Bruninx, Peter Deltour, Danny Deneuker, Liesbet Gabriels, Maurice Webers, Luc Wouters, Liesbeth Fransen, Myrthe Hoffmeister, Ann Leyssens, Philippe Nys, Jean-Paul Peuskens, Jochen Schuermans, Frederick Vandeput, Huub Broers, Tine Jans, Yasin Kilic, Liesbeth Maris, Bert Lambrechts, Jessie De Weyer
Stemmen tegen 0
Onthoudingen 4
Koen Ooms, Carine Achten, Leo Joosten, Rita Keunen
Niet gestemd 0
Ongeldige stemmen 0
6.

2023_PR_00105 - Algemene provinciebelasting bedrijven - 2025 – vaststelling - Besluit

2023_PR_00105 - Algemene provinciebelasting bedrijven - 2025 – vaststelling - Besluit

Motivering

Argumentatie

1.Feitelijke en juridische gronden


Gelet op het provinciale meerjarenplan 2020-2025.


Gelet op de artikelen 41, 162 en 170 van de Grondwet.


Gelet op het provinciedecreet van 9 december 2005, zoals gewijzigd.


Gelet op de wet van 19 juli 1991 betreffende de bevolkingsregisters, de identiteitskaarten, de vreemdelingenkaarten en de verblijfsdocumenten.


Gelet op de wet van 15 maart 1999 betreffende de beslechting van fiscale geschillen.


Gelet op de wet van 23 maart 1999 betreffende de rechterlijke inrichting in fiscale zaken.


Gelet op het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen, zoals gewijzigd bij het decreet van 28 mei 2010 en het decreet van 17 februari 2012.


Gelet op het koninklijk besluit van 16 juli 1992 betreffende de bevolkingsregisters en het vreemdelingenregister, zoals herhaaldelijk gewijzigd.


2.Motivering


Het heffen van een provinciebelasting is noodzakelijk om de uitvoering van de beleidsopties opgenomen in het meerjarenplan financieel mogelijk te maken.


Het opzet achter het initieel invoeren van de belasting was tevens een vereenvoudiging van de provinciale fiscaliteit.


De heffing van de belasting moet zelf efficiënt en rendabel zijn. Aldus dienen de belastingopbrengsten de administratieve kosten verbonden aan de vestiging en de invordering van de belastingaanslagen te dekken.


Een algemene en evenwichtige spreiding van de belastingdruk wordt nagestreefd over meer dan vierhonderdvijftigduizend belastingplichtigen, namelijk de gezinnen die op het grondgebied van de provincie Limburg één woongelegenheid, hoe ook genoemd, bewonen en de bedrijven (eenmanszaken en vennootschappen)  die op het grondgebied van de provincie Limburg één of meerdere vestigingen gebruiken of tot gebruik voorbehouden.


Ten overstaan van de gezinnen bestaat het belastbaar feit uit de bewoning door een gezin van één woongelegenheid, hoe ook genoemd, die op het grondgebied van de provincie Limburg is gelegen.


Ten overstaan van de bedrijven bestaat het belastbaar feit uit elke vestiging die op het grondgebied van de provincie Limburg is gelegen en die door het bedrijf wordt gebruikt of tot gebruik wordt voorbehouden.


Zowel de gezinnen als de bedrijven dienen de belasting verschuldigd te zijn afzonderlijk per woning, respectievelijk per vestiging hoe ook genoemd, die zij op het grondgebied van de provincie Limburg gebruiken of tot gebruik voorbehouden.


De belastbare grondslag moet eenvoudig meetbaar en controleerbaar zijn en bestaat derhalve uit de totale gebouwde en/of ongebouwde oppervlakte van het goed waarop de woning (gezinnen) of de vestiging (bedrijven) zich bevindt en die door de belastingplichtige wordt gebruikt of tot gebruik wordt voorbehouden.


Het oppervlaktecriterium met een daaraan gekoppelde gedifferentieerde tariefstructuur laat op adequate wijze toe om, bij benadering en in overeenstemming met het beginsel van de verdelende rechtvaardigheid, de belasting vast te stellen.


Het oppervlaktecriterium wordt als berekeningsbasis redelijk en objectief beschouwd teneinde de algemene provinciebelasting te berekenen.


De belasting beoogt belastingplichtigen met verschillende toestanden en die verscheidenheid moet noodzakelijkerwijs worden opgevangen in vereenvoudigde categorieën. De normen van een belasting kunnen niet worden aangepast naargelang de eigenheid van elk individueel geval. Er kan niet voor alle mogelijke soorten gezinnen en bedrijven (elk met hun eigen en meest uiteenlopende kenmerken) worden voorzien in een specifieke belastingregeling.


Verschillen inzake financiële draagkracht en/of economische rentabiliteit maken redelijk verantwoorde differentiatiecriteria uit voor de toepassing van het belastingreglement en het verschil in tarifering.


In het algemeen mag worden aangenomen dat de verschillen in financiële draagkracht verantwoorden dat gezinnen aan lagere tarieven worden onderworpen dan bedrijven. De activiteiten van gezinnen zijn niet gericht op een economische exploitatie, terwijl bedrijven bestendig een economisch rendement beogen en/of een winstoogmerk hebben.


Financieel kwetsbaardere gezinnen krijgen vermindering van de belasting op basis van objectieve voorwaarden. Deze voorwaarden houden verband met een tegemoetkoming die genoten wordt op basis van een onderzoek dat reeds door andere wettelijk bevoegde instanties werd uitgevoerd.


Categorieën van bedrijven die door hun aard de grond (bodem) als natuurlijk productiemiddel aanwenden en die in vergelijking met andere categorieën een lager rendement per vierkante meter oppervlakte hebben, hebben een uitzonderlijke nood aan grotere oppervlakten om een economisch leefbare (rendabele) exploitatie te kunnen realiseren. De tariefstructuur komt tegemoet aan de doelstelling van een evenwichtige spreiding in functie van de financiële draagkracht door voor deze categorieën van belastingplichtigen aangepaste tarieven te voorzien, die in overeenstemming kunnen worden beschouwd met hun financiële draagkracht.


Het heffen van minimumbelastingen is gerechtvaardigd door enerzijds de noodzaak om de administratieve kost van de belastingheffing te dekken en anderzijds doordat kan worden aangenomen dat de voorziene minimumbedragen binnen de draagkracht liggen van elke belastingplichtige.

Besluit

De provincieraad beslist:

Artikel 1

Er wordt voor het aanslagjaar 2025, een algemene provinciebelasting geheven ten behoeve van de provincie Limburg op de bedrijven en economische entiteiten, opgesomd in art. 2, tot dekking van de uitgaven van het provinciaal beleid.

   

7.

2023_PR_00106 - Provincieopcentiemen op de onroerende voorheffing van het Vlaams Gewest - 2025 – vaststelling - Besluit

Goedgekeurd

Samenstelling

Aanwezig
Jessie De Weyer, voorzitter; Inge Moors, gedeputeerde; Bert Lambrechts, gedeputeerde; Igor Philtjens, gedeputeerde; Tom Vandeput, gedeputeerde; Carine Achten; Leo Joosten; Koen Ooms; Rita Keunen; Koen Albregts; Liesbeth Fransen; Liesbet Gabriels; Myrthe Hoffmeister; Liesbeth Maris; Raf Truyens; Luc Wouters; Erhan Yilmaz; Ismail Ayed; Huub Broers; Peter Deltour; Ann Leyssens; Jochen Schuermans; Frederick Vandeput; Marijke Bruninx; Philippe Nys; Tine Jans; Danny Deneuker; Yasin Kilic; Jean-Paul Peuskens; Maurice Webers; Jos Lantmeeters, gouverneur; Wim Schoepen, provinciegriffier
Verontschuldigd
Katrien Lambrechts
Secretaris
Wim Schoepen, provinciegriffier
Voorzitter
Jessie De Weyer, voorzitter

Stemming op het agendapunt

2023_PR_00106 - Provincieopcentiemen op de onroerende voorheffing van het Vlaams Gewest - 2025 – vaststelling - Besluit
Aanwezig
Jessie De Weyer, Inge Moors, Bert Lambrechts, Igor Philtjens, Tom Vandeput, Carine Achten, Leo Joosten, Koen Ooms, Rita Keunen, Koen Albregts, Liesbeth Fransen, Liesbet Gabriels, Myrthe Hoffmeister, Liesbeth Maris, Raf Truyens, Luc Wouters, Erhan Yilmaz, Ismail Ayed, Huub Broers, Peter Deltour, Ann Leyssens, Jochen Schuermans, Frederick Vandeput, Marijke Bruninx, Philippe Nys, Tine Jans, Danny Deneuker, Yasin Kilic, Jean-Paul Peuskens, Maurice Webers, Jos Lantmeeters, Wim Schoepen
Stemmen voor 26
Inge Moors, Tom Vandeput, Igor Philtjens, Erhan Yilmaz, Raf Truyens, Koen Albregts, Ismail Ayed, Marijke Bruninx, Peter Deltour, Danny Deneuker, Liesbet Gabriels, Maurice Webers, Luc Wouters, Liesbeth Fransen, Myrthe Hoffmeister, Ann Leyssens, Philippe Nys, Jean-Paul Peuskens, Jochen Schuermans, Frederick Vandeput, Huub Broers, Tine Jans, Yasin Kilic, Liesbeth Maris, Bert Lambrechts, Jessie De Weyer
Stemmen tegen 0
Onthoudingen 4
Koen Ooms, Carine Achten, Leo Joosten, Rita Keunen
Niet gestemd 0
Ongeldige stemmen 0
7.

2023_PR_00106 - Provincieopcentiemen op de onroerende voorheffing van het Vlaams Gewest - 2025 – vaststelling - Besluit

2023_PR_00106 - Provincieopcentiemen op de onroerende voorheffing van het Vlaams Gewest - 2025 – vaststelling - Besluit

Motivering

Argumentatie

PROVINCIEOPCENTIEMEN OP DE ONROERENDE VOORHEFFING VAN HET VLAAMS GEWEST

 

Overwegende dat de toestand van het provinciale meerjarenplan 2020-2025 het behoud van de provincieopcentiemen op de onroerende voorheffing van het Vlaams Gewest vereist;

 

Gelet op het provinciedecreet van 9 december 2005 zoals gewijzigd;

 

Gelet tevens op artikel 2.1.4.0.2 van de Vlaamse Codex Fiscaliteit van 13 december 2013, zoals gewijzigd bij artikel 31 van het Decreet van 18 november 2016 houdende de vernieuwde taakstelling en gewijzigde financiering van de provincies;

Besluit

De provincieraad beslist:

Artikel 1

Met ingang van 1 januari 2025 worden voor een termijn van één jaar, eindigend op 

31 december 2025, ten behoeve van de provincie Limburg, tweehonderdveertien komma twee en vijftig

(214,52) opcentiemen op de onroerende voorheffing geheven. 

   

Artikel 2

Deze opcentiemen zullen geïnd worden door het Vlaams Gewest.

    

8.

2023_PR_00111 - Lijst van de nominatieve subsidies - aanpassing - vaststelling - Besluit

Goedgekeurd

Samenstelling

Aanwezig
Jessie De Weyer, voorzitter; Inge Moors, gedeputeerde; Bert Lambrechts, gedeputeerde; Igor Philtjens, gedeputeerde; Tom Vandeput, gedeputeerde; Carine Achten; Leo Joosten; Koen Ooms; Rita Keunen; Koen Albregts; Liesbeth Fransen; Liesbet Gabriels; Myrthe Hoffmeister; Liesbeth Maris; Raf Truyens; Luc Wouters; Erhan Yilmaz; Ismail Ayed; Huub Broers; Peter Deltour; Ann Leyssens; Jochen Schuermans; Frederick Vandeput; Marijke Bruninx; Philippe Nys; Tine Jans; Danny Deneuker; Yasin Kilic; Jean-Paul Peuskens; Maurice Webers; Jos Lantmeeters, gouverneur; Wim Schoepen, provinciegriffier
Verontschuldigd
Katrien Lambrechts
Secretaris
Wim Schoepen, provinciegriffier
Voorzitter
Jessie De Weyer, voorzitter

Stemming op het agendapunt

2023_PR_00111 - Lijst van de nominatieve subsidies - aanpassing - vaststelling - Besluit
Aanwezig
Jessie De Weyer, Inge Moors, Bert Lambrechts, Igor Philtjens, Tom Vandeput, Carine Achten, Leo Joosten, Koen Ooms, Rita Keunen, Koen Albregts, Liesbeth Fransen, Liesbet Gabriels, Myrthe Hoffmeister, Liesbeth Maris, Raf Truyens, Luc Wouters, Erhan Yilmaz, Ismail Ayed, Huub Broers, Peter Deltour, Ann Leyssens, Jochen Schuermans, Frederick Vandeput, Marijke Bruninx, Philippe Nys, Tine Jans, Danny Deneuker, Yasin Kilic, Jean-Paul Peuskens, Maurice Webers, Jos Lantmeeters, Wim Schoepen
Stemmen voor 30
Inge Moors, Tom Vandeput, Igor Philtjens, Erhan Yilmaz, Raf Truyens, Koen Albregts, Ismail Ayed, Marijke Bruninx, Peter Deltour, Danny Deneuker, Liesbet Gabriels, Maurice Webers, Luc Wouters, Liesbeth Fransen, Myrthe Hoffmeister, Ann Leyssens, Philippe Nys, Jean-Paul Peuskens, Jochen Schuermans, Frederick Vandeput, Koen Ooms, Carine Achten, Huub Broers, Tine Jans, Leo Joosten, Rita Keunen, Yasin Kilic, Liesbeth Maris, Bert Lambrechts, Jessie De Weyer
Stemmen tegen 0
Onthoudingen 0
Niet gestemd 0
Ongeldige stemmen 0
8.

2023_PR_00111 - Lijst van de nominatieve subsidies - aanpassing - vaststelling - Besluit

2023_PR_00111 - Lijst van de nominatieve subsidies - aanpassing - vaststelling - Besluit

Motivering

Argumentatie

Gelet op de artikelen 146 e.v. van het provinciedecreet van 2005 en latere wijzigingen; 

Gelet op het besluit van de Vlaamse regering van 30 maart 2018 over de beheers- en beleidscyclus van de lokale besturen; 

Gelet op het ministerieel besluit van 26 juni 2018 tot vaststelling van de modellen en de nadere voorschriften van de beleidsrapporten en de toelichting ervan en van de rekeningstelsel van de lokale en provinciale besturen; 

Besluit

De provincieraad beslist:

Artikel 1

De provincieraad stelt de gewijzigde lijst van nominatieve subsidies vast. De gewijzigde lijst van nominatieve subsidies wordt als integrerend deel aan dit besluit gehecht.

9.

2023_PR_00117 - Kennisnemen van het verslag van het Rekenhof over de aanpassing van het meerjarenplan 2020-2025 - Besluit

Kennis genomen
9.

2023_PR_00117 - Kennisnemen van het verslag van het Rekenhof over de aanpassing van het meerjarenplan 2020-2025 - Besluit

2023_PR_00117 - Kennisnemen van het verslag van het Rekenhof over de aanpassing van het meerjarenplan 2020-2025 - Besluit
10.

2023_PR_00110 - Aangepaste meerjarenplan 2020-2025 - vaststelling - Besluit

Goedgekeurd

Samenstelling

Aanwezig
Jessie De Weyer, voorzitter; Inge Moors, gedeputeerde; Bert Lambrechts, gedeputeerde; Igor Philtjens, gedeputeerde; Tom Vandeput, gedeputeerde; Carine Achten; Leo Joosten; Koen Ooms; Rita Keunen; Koen Albregts; Liesbeth Fransen; Liesbet Gabriels; Myrthe Hoffmeister; Liesbeth Maris; Raf Truyens; Luc Wouters; Erhan Yilmaz; Ismail Ayed; Huub Broers; Peter Deltour; Ann Leyssens; Jochen Schuermans; Frederick Vandeput; Marijke Bruninx; Philippe Nys; Tine Jans; Danny Deneuker; Yasin Kilic; Jean-Paul Peuskens; Maurice Webers; Jos Lantmeeters, gouverneur; Wim Schoepen, provinciegriffier
Verontschuldigd
Katrien Lambrechts
Secretaris
Wim Schoepen, provinciegriffier
Voorzitter
Jessie De Weyer, voorzitter

Stemming op het agendapunt

2023_PR_00110 - Aangepaste meerjarenplan 2020-2025 - vaststelling - Besluit
Aanwezig
Jessie De Weyer, Inge Moors, Bert Lambrechts, Igor Philtjens, Tom Vandeput, Carine Achten, Leo Joosten, Koen Ooms, Rita Keunen, Koen Albregts, Liesbeth Fransen, Liesbet Gabriels, Myrthe Hoffmeister, Liesbeth Maris, Raf Truyens, Luc Wouters, Erhan Yilmaz, Ismail Ayed, Huub Broers, Peter Deltour, Ann Leyssens, Jochen Schuermans, Frederick Vandeput, Marijke Bruninx, Philippe Nys, Tine Jans, Danny Deneuker, Yasin Kilic, Jean-Paul Peuskens, Maurice Webers, Jos Lantmeeters, Wim Schoepen
Stemmen voor 26
Inge Moors, Tom Vandeput, Igor Philtjens, Erhan Yilmaz, Raf Truyens, Koen Albregts, Ismail Ayed, Marijke Bruninx, Peter Deltour, Danny Deneuker, Liesbet Gabriels, Maurice Webers, Luc Wouters, Liesbeth Fransen, Myrthe Hoffmeister, Ann Leyssens, Philippe Nys, Jean-Paul Peuskens, Jochen Schuermans, Frederick Vandeput, Huub Broers, Tine Jans, Yasin Kilic, Liesbeth Maris, Bert Lambrechts, Jessie De Weyer
Stemmen tegen 4
Koen Ooms, Carine Achten, Leo Joosten, Rita Keunen
Onthoudingen 0
Niet gestemd 0
Ongeldige stemmen 0
10.

2023_PR_00110 - Aangepaste meerjarenplan 2020-2025 - vaststelling - Besluit

2023_PR_00110 - Aangepaste meerjarenplan 2020-2025 - vaststelling - Besluit

Motivering

Argumentatie

Gelet op artikelen 144 en 145 van het provinciedecreet van 2005 en latere wijzigingen; 

Gelet op het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017; 

Gelet op het besluit van de Vlaamse regering van 30 maart 2018 over de beheers - en beleidscyclus van de lokale besturen; 

Gelet op het Ministerieel besluit van 26 juni 2018 tot vaststelling van de modellen en nadere voorschriften van de beleidsrapporten en de toelichting ervan, en van de rekeningstelsels van de lokale en provinciale besturen; 

Gelet op het voorliggende aangepaste meerjarenplan 2020-2025 zoals opgesteld door de deputatie in overleg met het management team; 

Overwegende dat het voorliggende meerjarenplan 2020-2025 voldoet aan de voorwaarden opgelegd in de regelgeving van de beheers - en beleidscyclus, nl. jaarlijks positief resultaat op kasbasis en een positieve autofinancieringsmarge op het einde van de planning in 2025;

Overwegende dat de aanpassing van het meerjarenplan werd vastgesteld door de deputatie op 26 oktober 2023;

Besluit

De provincieraad beslist:

Artikel 1

De provincieraad stelt de aanpassing van het meerjarenplan 2020-2025 en de kredieten voor 2024 vast.

Artikel 2

Afschrift van dit besluit wordt overgemaakt aan de financieel beheerder, aan de provinciegriffier en aan het Rekenhof.

11.

2023_PR_00116 - Provinciale Ontwikkelingsmaatschappij Limburg (POM Limburg) - aanduiding nieuwe leden van de Raad van Bestuur - vervanging - Besluit

Goedgekeurd
11.

2023_PR_00116 - Provinciale Ontwikkelingsmaatschappij Limburg (POM Limburg) - aanduiding nieuwe leden van de Raad van Bestuur - vervanging - Besluit

2023_PR_00116 - Provinciale Ontwikkelingsmaatschappij Limburg (POM Limburg) - aanduiding nieuwe leden van de Raad van Bestuur - vervanging - Besluit
12.

2023_PR_00112 - Samenwerkingsovereenkomst tussen de minister, bevoegd voor het plattelandsbeleid, de Vlaamse Landmaatschappij en de provincie Limburg met betrekking tot het vastleggen van de wederzijdse verantwoordelijkheden inzake de uitvoering van de interventie 'Realisatie Lokale Ontwikkelingsstrategie' zoals opgenomen in het Vlaams GLB Strategisch Plan voor de programmaperiode 2023-2027 - Besluit

Goedgekeurd
12.

2023_PR_00112 - Samenwerkingsovereenkomst tussen de minister, bevoegd voor het plattelandsbeleid, de Vlaamse Landmaatschappij en de provincie Limburg met betrekking tot het vastleggen van de wederzijdse verantwoordelijkheden inzake de uitvoering van de interventie 'Realisatie Lokale Ontwikkelingsstrategie' zoals opgenomen in het Vlaams GLB Strategisch Plan voor de programmaperiode 2023-2027 - Besluit

2023_PR_00112 - Samenwerkingsovereenkomst tussen de minister, bevoegd voor het plattelandsbeleid, de Vlaamse Landmaatschappij en de provincie Limburg met betrekking tot het vastleggen van de wederzijdse verantwoordelijkheden inzake de uitvoering van de interventie 'Realisatie Lokale Ontwikkelingsstrategie' zoals opgenomen in het Vlaams GLB Strategisch Plan voor de programmaperiode 2023-2027 - Besluit
13.

2023_PR_00113 - Uitbreiden van het werkingsgebied op 1 september 2024 met de Gemeentelijke Basisschool Alt-Hoeselt - stopzetten van de samenwerking met de afdeling De Veranda, Keerpuntschool, op 1 september 2024 - Besluit

Goedgekeurd
13.

2023_PR_00113 - Uitbreiden van het werkingsgebied op 1 september 2024 met de Gemeentelijke Basisschool Alt-Hoeselt - stopzetten van de samenwerking met de afdeling De Veranda, Keerpuntschool, op 1 september 2024 - Besluit

2023_PR_00113 - Uitbreiden van het werkingsgebied op 1 september 2024 met de Gemeentelijke Basisschool Alt-Hoeselt - stopzetten van de samenwerking met de afdeling De Veranda, Keerpuntschool, op 1 september 2024 - Besluit
14.

2023_PR_00114 - Concessieovereenkomst met Natuurpunt Beheer vzw voor beheerswerkzaamheden in de vallei van de Herk, onbevaarbare waterloop van tweede categorie opwaarts de Hoenshovenstraat in Borgloon, Hoepertingen - Besluit

Goedgekeurd
14.

2023_PR_00114 - Concessieovereenkomst met Natuurpunt Beheer vzw voor beheerswerkzaamheden in de vallei van de Herk, onbevaarbare waterloop van tweede categorie opwaarts de Hoenshovenstraat in Borgloon, Hoepertingen - Besluit

2023_PR_00114 - Concessieovereenkomst met Natuurpunt Beheer vzw voor beheerswerkzaamheden in de vallei van de Herk, onbevaarbare waterloop van tweede categorie opwaarts de Hoenshovenstraat in Borgloon, Hoepertingen - Besluit
15.

2023_PR_00103 - Voorleggen van de jaarrekening en het verslag van de bedrijfsrevisor met betrekking tot de private stichting Kunstenwerkplaats Dommelhof - Besluit

Kennis genomen
15.

2023_PR_00103 - Voorleggen van de jaarrekening en het verslag van de bedrijfsrevisor met betrekking tot de private stichting Kunstenwerkplaats Dommelhof - Besluit

2023_PR_00103 - Voorleggen van de jaarrekening en het verslag van de bedrijfsrevisor met betrekking tot de private stichting Kunstenwerkplaats Dommelhof - Besluit
16.

2023_PR_00115 - Sint-Truiden - Provinciedomein Nieuwenhoven - cafetaria 't Kelshof - organisatie raadplegingsprocedure met oog op toewijzing nieuwe concessie - Besluit

Goedgekeurd
16.

2023_PR_00115 - Sint-Truiden - Provinciedomein Nieuwenhoven - cafetaria 't Kelshof - organisatie raadplegingsprocedure met oog op toewijzing nieuwe concessie - Besluit

2023_PR_00115 - Sint-Truiden - Provinciedomein Nieuwenhoven - cafetaria 't Kelshof - organisatie raadplegingsprocedure met oog op toewijzing nieuwe concessie - Besluit
IR 1.

2023_MO_00001 - Motie/voorstel tot beslissing van raadsleden Katrien Lambrechts, Tine Jans: Staakt het vuren

Goedgekeurd
IR 1.

2023_MO_00001 - Motie/voorstel tot beslissing van raadsleden Katrien Lambrechts, Tine Jans: Staakt het vuren

2023_MO_00001 - Motie/voorstel tot beslissing van raadsleden Katrien Lambrechts, Tine Jans: Staakt het vuren
IR 3.

2023_AM_00002 - Amendement van raadslid Inge Moors: Amendement van gedeputeerde Inge Moors, namens de deputatie

Goedgekeurd
IR 3.

2023_AM_00002 - Amendement van raadslid Inge Moors: Amendement van gedeputeerde Inge Moors, namens de deputatie

2023_AM_00002 - Amendement van raadslid Inge Moors: Amendement van gedeputeerde Inge Moors, namens de deputatie
IR 2.

2023_AM_00001 - Amendement van raadsleden Katrien Lambrechts, Tine Jans: Staakt het vuren

Behandeld
IR 2.

2023_AM_00001 - Amendement van raadsleden Katrien Lambrechts, Tine Jans: Staakt het vuren

2023_AM_00001 - Amendement van raadsleden Katrien Lambrechts, Tine Jans: Staakt het vuren